Publicatiedatum: september 2018
Artikel door: Frans Haarbosch
We begeleiden onze leerlingen tot wereldburgers
Als leren leuk is, gaat het vanzelf Actief burgerschap, de opdracht voor elke Edu-Ley school
‘Wat we willen, is dat kinderen die straks onze school verlaten op een goede manier zijn toegerust voor de samenleving. Dat wil onder andere zeggen dat ze weten wie zijn en wat ze kunnen, dat ze interesse hebben in andere culturen, gewoonten en religies, dat ze zorg dragen voor anderen en de omgeving en dat ze nieuwsgierig zijn naar wat ze in de wereld kunnen bijdragen.’ We spreken met Frans Haarbosch, directeur van De Regenboog over de manier waarop de school invulling geeft aan actief burgerschap, een van de ambities uit het koersplan van Edu-Ley.
Het beste van twee werelden
Frans: ‘Hoewel de vaardigheden waar we het over hebben, niet allemaal even meetbaar zijn, ben ik van mening dat de waarde van actief burgerschap alleen maar zal toenemen de komende tijd. Dat betekent dat we daar als school dus een visie op moeten hebben. Dat hebben we dan ook opgepakt afgelopen schooljaar. We willen dat kinderen zich zo optimaal mogelijk ontwikkelen om later een positieve bijdrage te kunnen leveren aan de multiculturele samenleving. Om goed te kunnen functioneren in een veranderende maatschappij heb je basisvaardigheden nodig als taal, lezen, rekenen en spelling. Daar blijven we uiteraard sterk aandacht aan geven, maar we willen ook dat kinderen zich breder ontwikkelen. Dat ze leren om samen te leven, verantwoordelijkheid te nemen, betrokkenheid te tonen en in staat zijn om vreedzaam conflicten op te lossen.
Waardevolle gesprekken
‘We deden natuurlijk al wel het nodige aan het bevorderen van onderling vertrouwen in de school met behulp van de kanjertraining. Daarmee werken we aan goede omgangsvormen en het voorkomen van pesten. Maar we vonden dat we meer moesten doen. Vandaar dat we nu op basis van thema’s concrete leerlijnen en activiteiten hebben uitgewerkt voor de domeinen Democratie, Participatie en Identiteit. In de onder-midden- en bovenbouw werken we zo aan de gewenste houdingen, vaardigheden en kennis in relatie tot de kerndoelen van actief burgerschap. Soms haken we daarbij aan op actualiteit zoals de 4 mei herdenking en de 5 mei viering. Dat kun je puur als een geschiedenisles bekijken, maar we trekken het breder. Wat betekent deze herdenking en viering vandaag nog en wat kunnen we leren van wat er aan vooraf is gegaan? Een onderzoeksvraag zou kunnen zijn: stel je voor dat je in WO II geleefd zou hebben en mensen zouden je gevraagd hebben om onderduikers in huis te nemen. Wat zouden dan je keuzes geweest zijn? Wat zou je doen, wat zou je laten? Wat is goed en fout in tijden van oorlog? Waar leg je de grens? En wanneer laat je je ergens van overtuigen of ben je er zeker dat iets waar is? Hoe zit dat dan met berichten op social media? Volg je dat klakkeloos of blijf je kritisch nadenken? Daarmee kom je ook bij persoonlijke waarden en overtuigingen. Wat is belangrijk voor een leerling? Waar hou je aan vast en wanneer ben je bereid om ergens afstand van te doen? Dit soort gesprekken zijn ontzettend waardevol omdat ze kinderen breder leren kijken naar de wereld en naar zichzelf. Het is misschien niet altijd in cijfers uit te drukken wat het oplevert, maar je ziet en voelt wanneer kinderen hierin groeien.’
Brede toerusting
‘Burgerschap heeft ook raakvlakken met wat we 21e eeuwse vaardigheden noemen. Als kinderen met elkaar een onderzoeksvraag oppakken, dan zijn ze bezig met samenwerken, laten ze creativiteit zien, maar ook kritisch en oplossingsgericht denken en handelen. Ze zoeken uit waar ze antwoorden kunnen vinden, laten eigenaarschap zien en communicatievaardigheden. Hoe verwoord je een standpunt zodanig dat een ander je begrijpt? Hoe neem je iemand mee in je enthousiasme? Al die vaardigheden behandelen we niet meer afzonderlijk of alleen vanuit een boekje, we geven ze nu betekenis in een thema. Dat vraagt van onze leerkrachten natuurlijk wel dat ze de leerdoelen en de samenhang bewaken. Door leerlingen mede regisseur te maken van hun eigen ontwikkeling verandert de traditionele verhouding tussen leerkracht en leerling. Je bent als leerkracht meer begeleider van leerprocessen dan dat je kennis in de hoofdjes van kinderen probeert te stoppen.’