Publicatiedatum: juni 2020
Artikel door: Iris Tuerlings
Alle kinderen blijven motiveren om te leren
In gesprek met Iris Tuerlings, Nautilus groep OBS Den Bongerd
Op OBS Den Bongerd is een Plusklas voorziening waar meer- en hoogbegaafde kinderen éen dagdeel per week extra ondersteuning krijgen om hun talenten tot ontwikkeling te laten komen. Bijzonder is dat de leerstof inhoud van de Plusklas wordt geïntegreerd in de basisgroep, zodat de kinderen de hele week aan deze opdrachten werken in hun eigen groep. De Plusklas heet Nautilus en dat is een treffend gekozen naam. Niet alleen is het een onderzeeër die onder het wateroppervlak op verkenning gaat, het is ook een geslacht van inktvissen met een bijzondere spiraalvormige schelp. Dit staat symbool voor leren en groeien. Niet in een rechte lijn, maar fasegewijs. Je passeert steeds een zelfde punt, maar iedere keer vanuit een verschillend perspectief en een hoger level. We spra-ken met Iris Tuerlings, de coördinator van Nautilus, over de manier waarop de Plusklas is georganiseerd en hoe die bijdraagt aan het vergroten van eigenaarschap voor het leren en ontwikkelen van kinderen. ‘Allerbelangrijkste is dat kinderen de intrinsieke motivatie blijven houden om te leren.’
Hoe bied je kinderen voldoende uitdaging?
Iris: ‘Zo’n twee jaar geleden zijn we gestart met het zogenoemde groei-portfolio, waarin kinderen, gekoppeld aan persoonlijke leerdoelen, het bewijs van hun talenten zichtbaar maken in een proces of product. Voor kleuters hebben we dat vertaald naar de groei-boom, waarmee ze stapje voor stapje werken aan 9 competenties, zoals ‘ik probeer het zelf’, ‘ik help anderen’ of ‘ik presenteer’. Voor de groepen 5 t/m 8 gebruiken we zoge-noemde Lood-lijsten, dat zijn beoordelingsformulieren waarop kinderen zelf aangeven waarin ze sterk en minder sterk zijn met betrekking tot Leerstof Overstijgende Onderwijs-behoeften & Doelen. Ook bij deze LOOD lijsten worden vaardigheden in 9 kerncompe-tenties samengevat, omdat het niet alleen om kennis of vaardigheden gaat, maar ook om de houding om die kennis en vaardigheden te gebruiken. Het gaat dan onder andere over zelfvertrouwen en samenwerking. Kinderen werken gedurende een afgesproken periode aan een bepaald leerdoel. Deze aanpak is ontstaan vanuit Nautilus, maar willen we nu integreren in het totale onderwijs bij ons op school.’
Hoe komt een kind in de Nautilus groep?
‘Net als alle andere scholen hanteren we het digitaal handelingsprotocol hoogbegaafd-heid (DHH). Daarbij is de leerkracht eindverantwoordelijk. Zolang er geen sprake is van handelingsverlegenheid van de leerkracht, is er geen directe aanleiding een kind in de Nautilus groep te plaatsen. Als een kind de leermotivatie dreigt te verliezen, dan is er vol-doende reden voor extra ondersteuning. Voor kinderen is de Nautilus omgeving plezierig omdat ze daar gelijkgestemde kinderen ontmoeten en ze zichzelf herkennen in wat ze nodig hebben.’
Hoe stimuleer je zelfverantwoordelijkheid?
‘Wat meer- en hoogbegaafde kinderen vooral nodig hebben, is uitdaging, een omgeving waar kinderen hun grenzen verleggen en talenten tot ontwikkeling kunnen laten komen. Dat wil zeggen dat we hen specifieke leerdoelen aanreiken op het gebied van autono-mie, relatie en competentie. Ons doel is om de verantwoordelijkheid voor het eigen leren bij alle kinderen te versterken. Datzelfde geldt overigens ook voor de leerkrachten. Zij werken gedurende een bepaalde periode met de portfolio’s en de leerdoelen in hun les-sen. Op hun beurt nodigen ze ouders uit om hier thuis met hun kinderen mee aan de slag te gaan. Dat is overigens nog wel een leerpunt voor ons, want in praktijk blijken ouders er tot nu toe weinig mee te doen. Is er in het team behoefte aan coaching, dan maken we daar tijd voor.’
Hoe merk je dat een kind meer- of hoogbegaafd is?
‘Dat merk je bij kleuters bijvoorbeeld aan de grote woordenschat, het taalgebruik. Meer- en hoogbegaafdheid gaat ook vaak gepaard met creatief denkvermogen, grote leer- en denkstappen en een goed geheugen. Je ziet dat kinderen vaak heel gedetailleerd kun-nen tekenen en een brede interesse hebben. Om niet uit de toon vallen, passen kin-deren hun gedrag trouwens aan naar het gemiddelde. Ze willen liefst zijn als andere kin-deren. Dan tekenen ze bijvoorbeeld plotseling weer kop-voeters. Het is een misvatting dat meer- en hoogbegaafdheid nu meer voorkomt dan vroeger. We zijn er nu veel alerter op en hebben meer mogelijkheden om het te signaleren.’
Voorbij het frustratieniveau
‘Op Den Bongerd willen we het maximaal potentieel van alle kinderen benutten, uiter-aard met oog voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de gezondheid van kinderen. Met de Coronacrisis en de noodzaak om thuisonderwijs in te richten, merken sommige ouders nu hoe gemakkelijk de reguliere leerstof is voor meer- een hoogbegaafde kin-deren. De opdrachten die deze kinderen nodig hebben, doen een beroep op hogere denkniveaus. We laten kinderen dan ook opdrachten doen vanuit het TASC model, waar-bij ze verschillende fases doorlopen, zoals ‘Wat weet je al van het onderwerp? Wat wil je bereiken? Welke manieren zijn er?’ Ook bieden we denksleutel opdrachten, die het crea-tief denken stimuleren. Bijvoorbeeld combineer 2 dieren tot een geheel nieuw dier en bedenk een goede naam. Belangrijk is dat kinderen de antwoorden op de opdrachten niet kunnen opzoeken, maar zelf moeten bedenken. De middelen die we inzetten, zijn bedoeld om te leren doorzetten en niet op te geven.
Krachten bundelen
‘Dit jaar zijn we begonnen met uitwisseling van onze expertise in de Edu-Ley leerkring Meer- en Hoogbegaafdheid. Twee keer per jaar komen we met collega’s van de andere scholen samen om kennis en ervaringen uit te wisselen. Vanuit Edu-Ley is de wens om een beleidsplan MHB te ontwikkelen. Daar willen we graag aan meewerken, maar dan moeten we nog wel een paar hobbels nemen. Tot nu toe is er nog sprake van verschil-lende inzichten en aanpakken. Opzet is om meer naar verbinding te gaan zoeken en de krachten te bundelen. Dat is uiteindelijk in het belang van alle kinderen binnen Edu-Ley.’