Publicatiedatum: juli 2021
Artikel door: Ingrid Verstraeten
‘Je moet er gewoon induiken en dan ontdek je hé, ik kan dat ook.’
In gesprek met Ingrid Verstraeten, leerkracht onderbouw Kameleon
Ingrid Verstraeten werkt sinds 20 jaar op Kameleon en is daar als herintreedster binnengekomen. Na een periode op scholen in Tilburg-Zuid gewerkt te hebben, heeft zij vervolgens acht jaar afscheid van het onderwijs genomen om volledig voor haar kinderen te zorgen. Nadien is ze gestart op basisschool Kameleon. Ingrid: ‘Dat ging in eerste instantie om een langdurig vervanging. En nu werk ik hier van alle collega’s het langst. Ik ben nog een ”ouderwetse“ kleuterleidster. Ben in de onderbouw begonnen, maar heb sindsdien ook de groepen drie tot en met zes, in allerlei varianten, gedaan.’
Wat spreekt je aan op deze school?
Ingrid: ‘Hoewel ik bij toeval hier terechtgekomen ben, voel ik me op Kameleon ontzettend thuis. Wat me aanspreekt zijn vooral de kinderen en de ouders voor wie we werken. Mensen zijn recht voor z’n raap. Je weet heel goed wat je aan iemand hebt en hoe ver hun loyaliteit gaat. Tegelijkertijd vertrouwen ze erop dat wij weten wat goed is voor hun kind. Ze waarderen wat we doen.’
Het thuisonderwijs. Hoe is dat gegaan?
‘In eerste instantie hebben wij de kleuters een beperkt aanbod gegeven. Wij hebben wel pakketjes gemaakt, die ouders op school konden ophalen met papier, lijm, een schaartje en stiften. Met wat creatieve opdrachten en stoepkrijt erbij zodat ze buiten spelletjes konden doen. Die pakketjes hebben we gemaakt zo’n twee weken nadat de school dicht ging. Na verloop van tijd werd duidelijk dat we toch meer onderwijs moesten aanbieden aan de kinderen. Wij hielden contact met de kleuters door iedere week te bellen. Vervolgens deelden we de kinderen in groepjes van zes in voor de online lessen. De ene keer lazen we een prentenboek voor en de andere keer speelden we spelletjes. Vanaf groep drie is het gewone onderwijs volledig opgepakt. Zij kregen instructie voor de camera en de kinderen hadden allemaal hun werkboeken thuis. Dat is op zich best goed gegaan. De kinderen waren de hele schooldag online vanaf negen uur, met fruitpauzes tussendoor en buitenspeeltijd. De lessen duurden tot ongeveer ’s middags twee uur. De kinderen die in de noodopvang zaten, kwamen dan in de klas erbij zitten en die volgen dan de instructies fysiek en die gingen ook met de opdrachten aan de slag. We hadden relatief veel kwetsbare kinderen in deze groepen zitten. Deels vanwege de drukte thuis, deels vanwege hun extra ondersteuningsbehoeften. Ik denk dat wij een relatief goed beeld hebben van de thuissituatie omdat de lijntjes hier heel kort zijn. Het is hier allemaal heel laagdrempelig. Ouders zijn gewend om binnen te lopen.
Wat zijn zaken geweest waar ouders tegenaan liepen in het thuisonderwijs?
Bij een aantal mensen was het al een probleem dat ze geen device hadden. Dat mochten ze hier op school dan komen lenen. Wij hebben geregeld dat er voldoende nieuwe devices werden aangeschaft, zodat ieder gezin die het nodig had kon worden geholpen. Dan heb je natuurlijk nog het inloggen hè, dat was ook niet meteen duidelijk voor iedereen.
Had je niet zo nu en dan de behoefte om langs te gaan om te checken of alles goed was bij de kinderen?
Nou, in groep drie vieren we altijd het letterfeest als de kinderen alle letters geleerd hebben. Dat is best een happening op school, maar dat kon nu niet. Toen heeft Ellen voor ieder kind een tasje gemaakt met een traktatie en een diploma erbij en die is zij bij alle kinderen persoonlijk af gaan geven. Dus op die manier hadden we natuurlijk wel contact met de kinderen. Ze kwamen ook materialen, en werkjes inleveren op school en weer nieuwe pakketjes ophalen.
Verschillende belevingen
Sommige ouders zeiden: wij hebben genoten van deze periode. Dat waren ouders die bijvoorbeeld in de horeca werken. Die waren nu noodgedwongen alle twee thuis. Ik hoorde terug: wij doen allemaal leuke dingen met de kinderen waar we normaal geen tijd voor hebben. Dus voor die ouders was het thuisonderwijs heel waardevol. Voor andere ouders was het echt worstelen. Als je moet gaan werken en je moet steeds oppas regelen of de opvang aanvragen, dat is gewoon niet fijn. Maar wij hebben natuurlijk ook veel ouders die al dan niet noodgedwongen thuis zitten en die hebben er echt wel van genoten.
Geen achterstand
De meeste leerkrachten kwamen gewoon naar school. Als je dan een kind in in de noodopvang had, kwam die erbij zitten. We hadden altijd twee mensen standby in de aula om de kinderen tussendoor een beetje te laten spelen. In normale omstandigheden zouden we de kinderen toch meer aanbieden, dat was nu wat minder. De hele wereld stond even stil, dus ik ben het niet eens met de opvatting dat kinderen leerachterstanden hebben opgelopen. Niemand heeft een achterstand. Maar je moet je aanbod natuurlijk wel aanpassen. Je kunt komend schooljaar wel van start gaan met de tafel van acht, maar als ze vijf, zes en zeven nog niet geleerd hebben, dan heeft dat weinig zin. Er worden zo veel doelen vastgesteld. Laat die kinderen zich gewoon ontwikkelen op hun eigen manier en hun eigen tempo zonder al te veel druk. De mensen die nu voor de klas staan, die zaten vroeger bij mij als kleuter. En die zijn er ook allemaal gekomen.
Heb je de overheidsinformatie aan ouders kunnen uitleggen?
Wij dachten soms dat we alles duidelijk hadden uitgelegd aan ouders, maar dan bleek dat ze geen idee hadden waar we mee bezig waren. Ook nu ouders nog niet in de school mogen komen, merken we dat we nog beter moeten communiceren, bijvoorbeeld via het ouderportaal. Vroeger kwamen ze twee keer per dag het lokaal binnen. Dan zagen ze meteen met welk thema we bezig waren, bijvoorbeeld de schoenwinkel. Nu moeten we er heel alert op zijn dat we via het ouderportaal laten zien waar we mee bezig zijn. Het ouderportaal is echt cruciaal voor de ouderbetrokkenheid. Als ze daar vragen over hebben, kunnen ze terecht bij Mike en Eva, onze ICT’ers, die helpen hen wel.
Ouders zijn niet alleen pedagogisch partner geweest, maar ook educatief partner. Hoe is dat gegaan?
Ik hoorde van ouders dat ze het heel moeilijk vonden om leerstof aan kinderen over te brengen. Bijvoorbeeld een deelsom uitleggen. Dan zegt een kind tegen haar moeder. Dat doe je niet goed, want de juffrouw legt het heel anders uit. Daar hebben veel ouders wel moeite mee gehad. Daarom zijn wij ook in de tweede periode gestart met online instructies geven, om ouders te ontlasten.
In het onderwijs aan kleuters zijn de online mogelijkheden beperkt. We zagen soms met het voorlezen van een prentenboek dat sommige kinderen alleen achter het scherm zaten maar je had ook ouders, die er enthousiast bij kwamen zitten. De kinderen die alleen voor het scherm zaten, zag je bij wijze van spreken afdwalen. We hebben al met al behoorlijk wat moeten improviseren.
Wij hebben een programma, Miloo. Iedere leerling heeft zijn eigen pagina en daar konden wij activiteiten opzetten voor de kinderen. Dus daar zaten ook wel eens dansjes bij van Kinderen voor kinderen of zo. Maar dat was vrijblijvend. Dat konden ze doen als ze dat wilden. We hebben ook een muziekmethode die volledig via de computer wordt aangeboden. Dan kon ik een pagina aanmaken voor mijn groep en dan kon ik daar de liedjes die wij geleerd hadden op delen.
Wat hebben kinderen het meest gemist?
Nou voor de kleuters zijn we heel blij dat de school weer open is, dat we kinderen weer mochten ontvangen. De kinderen hebben het samenzijn gemist, samen spelen met de andere kinderen en buitenspelen met materialen. De eerste keer hadden wij na corona zes nieuwe leerlingen in de klas. Die waren allemaal in die periode vier geworden. Dan heb je ineens een totaal andere groep. Dit jaar was dat niet, maar je merkt wel dat het veel vraagt om weer de draad op te pakken. Het was allemaal zo abrupt opgehouden. Op dinsdag hadden wij nog het feest van Yvon die afscheid nam. Dat moesten we naar voren halen. Dus wij zaten die maandagmiddag in de klas te werken en toen werd aangekondigd dat die woensdag de school dicht zou gaan. Het kerstproject waar we mee bezig waren, hebben we meteen losgelaten en alle energie werd in het feest gestopt. Toen het feest afgelopen was, hebben we afscheid van de kinderen genomen. Dag, tot over … ik weet niet hoe lang.
Wat heeft de afgelopen periode uiteindelijk opgeleverd voor jullie team?
Vooral de wat oudere leerkrachten, zoals ik, hadden wel wat meer moeite met al die beeldschermoplossingen. Maar we zijn heel goed door de jongere generatie hierin meegenomen. Ze hebben geduldig uitgelegd hoe we het moesten doen. Dat was hartstikke fijn. Dat was midden in de transitie naar Teams, dus dat kwam er ook nog bij. We waren in het begin ”allerlei bestanden kwijt”. Maar we hebben het samen heel fijn opgepakt. We leren van elkaar en dat spreken we ook altijd uit. Ik weet weer andere dingen uit ervaring waarmee ik jongere leerkrachten op weg kan helpen en ik vraag om hulp met de computer. Dat is prima. Je moet er gewoon induiken en dan ontdek je hé, ik kan dat ook. Het kan allemaal vast gemakkelijker, maar ik kom er wel. Ik weet gewoon dat ik het kan vragen als ik er niet uitkom. Dat vind ik hier op school toch wel fijn. De bereidheid om elkaar te helpen is groot.
Zeker in de noodopvang ervaar je weer hoe cruciaal het is dat kinderen zich veilig voelen. Dat is natuurlijk voor alle kinderen het geval. Ik probeer zelf altijd een ”zo warm mogelijk bad” te geven aan de kinderen. Dat staat voor mij echt op nummer één, dat kinderen vol vertrouwen in de klas kunnen zitten. Dat heeft vooral te maken met de manier waarop je je opstelt, hartelijk. Laten voelen dat kinderen ertoe doen. Naar ouders toe is dat precies hetzelfde. Een band scheppen is de basis. Ik zie jou, ik zie dat jij er bent en wat jij nodig hebt.
Wat het opgeleverd heeft, is dat iedereen wel vaardiger met de computer geworden is. We denken nu ook gemakkelijker: dit hebben we weten te doorstaan, dus over een soortgelijke hindernis komen we ook wel weer heen. We zijn flexibel genoeg om het op te lossen. Kijk maar naar de pakketjes die we meegaven voor thuis, het digitaal onderwijs dat we hebben opgepakt en de opvang die we hebben georganiseerd.