Publicatiedatum: juni 2020
Artikel door: Peter de Baar
We vinden elkaar binnen de school probleemloos. Uitdaging is die kwaliteit ook in te zetten voor verbindingen buiten de school
In gesprek met Peter de Baar, directeur ’t Schrijverke
Nog maar net gestart als directeur van ’t Schrijverke werd Peter de Baar gedwongen om de school te sluiten vanwege de maatregelen rond het Corona virus. In de periode hieraan voorafgaand had hij gelukkig wel al verschillende bijeenkomsten met het team gehad en meerdere persoonlijke kennismakingsgesprekken met medewerkers. We spraken met Peter over zijn indruk van de school, over de kracht van het team en over de gewenste ontwikkeling.
‘Vanaf mijn aantreden in januari heb ik enigszins een beeld gekregen van de schoolcultuur. En hopelijk heb ik ondertussen ook laten zien wie ik ben en waar ik voor sta. En anders komt daar nog wel gelegenheid voor, al zal dat voorlopig voornamelijk via online meetings zijn.
Hoe gaan jullie om met de ontstane situatie rond Corona?
Aan de ene kant is er veel onzekerheid bij teamleden en ouders en aan de andere kant zijn we vanuit school bezig om strak te communiceren. Ik merk een grote veerkracht bij het team en de bereidheid om snel te schakelen. Ondanks de fysieke afstand is er veel contact. Elke ochtend en avond hebben we een briefing, waarin we elkaar bijpraten over wat er is gedaan en welke acties nodig zijn. Onder andere in de communicatie met ouders. We krijgen van hen veel waardering hoe we dit oppakken. Ik hoop dat we dit positieve gevoel kunnen vasthouden, ook als we het gaan hebben over formatie en groepsindelingen.
Wat valt je op in de cultuur van ’t Schrijverke?
Ik zie een grote saamhorigheid en een enorm enthousiasme. Iedereen wil het goede doen. Er worden allerlei mooie nieuwe initiatieven ontwikkeld en voorzover ik kan inschatten, is er veel leergierigheid en nieuwsgierigheid in het team. Veel collega’s hebben een masteropleiding gedaan en dat heeft duidelijk een positief effect op het onderwijs. Er is bereidheid om van elkaar te leren en onderzoeksvaardigheden in te zetten. De manier waarop we hier in korte tijd het thuisonderwijs hebben ingericht, is daar een voorbeeld van. Wat ik ook merk, zeker in deze crisistijd, is dat collega’s meteen klaarstaan om in te springen om kinderen op te vangen, van wie de ouders nodig zijn in de zorg, politie of andere sectoren. Die hulpvaardigheid is natuurlijk super, maar ook een valkuil. We vinden het lastig om ergens ‘nee’ tegen te zeggen, ook al lopen we zelf ook tegen onze grenzen aan. Een van de opdrachten die ik voor mezelf zie, is dat ik me ga inzetten om de talenten van mijn teamleden nog beter te ontdekken, te benutten en te laten groeien.
Wat ervaar je als een sterk punt van ’t Schrijverke?
Er is veel tijd voor kwaliteitsrijke instructie en ruimte voor kinderen om zelfstandig te verkennen en te leren. Het projectonderwijs is echt een onderscheidend kenmerk van de school, dat dankzij de vorige directeur stevig is neergezet. Kinderen doen hier binnen een thema onderzoek en leren van en met elkaar. Op die pijlers wil ik samen met het team verder bouwen.
Wat is je visie op de communicatie met ouders?
Wat mij betreft is de leerkracht het eerste aanspreekpunt. Die lijn moeten we bewaken. Tegelijk moeten we beseffen dat we allemaal verantwoordelijk zijn voor de sfeer op school en dat we daarin dus gezamenlijk moeten optrekken. Komt een ouder er niet uit met de leerkracht, dan is de IB’er het volgende aanspreekpunt en daarna de directie. Vanuit mijn rol richt ik me op het creëren van verbindingen. Op allerlei niveaus. Binnen het team, met collegescholen en partners en dus ook met ouders. Ik vind het belangrijk dat ouders de juiste verwachtingen hebben en daarom stem ik hierover graag goed af. Ik verken waar de behoeften liggen en geef aan hoe we hier als school op kunnen aansluiten of niet. Die duidelijkheid en openheid ervaren de meeste ouders als plezierig. Een school is een gemeenschap waar mensen zich welkom moeten voelen. Daarom sta ik ook altijd aan de deur om kinderen en ouders te begroeten. Daarmee wil ik laten zien: ik ben er voor jullie. Voor mij zijn ouders ook pedagogisch partners. We hebben elkaar nodig voor een optimale ontwikkeling van kinderen.
Welke verbindingen wil je nog meer tot stand brengen?
Mijn doel is om elkaar geleidelijk naar een volgend niveau van ontwikkeling te brengen. Dat we vanuit onze identiteit en kracht door mogen groeien, bijvoorbeeld door andere samenwerkingsmogelijkheden te verkennen, zoals met kinderopvangorganisaties. In dezelfde lijn van ontwikkeling zou ik ook wat meer aandacht willen hebben voor de dialoog met ouders die nu nog gezien worden als tegenstribbelaars. Hetzelfde geldt voor degenen in het team die niet meteen in de pas willen lopen. In plaats van hier een strijd van te maken, kun je ook proberen om te luisteren naar de argumenten en te accepteren dat je ergens verschillend over denkt. Voor mij hoeven we niet persé met alle neuzen in dezelfde richting te staan. Ik denk dat je door gezond ‘meestribbelen’ uiteindelijk samen meer bereikt. Om echte vernieuwing te realiseren, heb je rebellen nodig. De zone van de naaste ontwikkeling gaat voor mij ook over het aanbrengen van focus. We zijn nu met teveel verschillende zaken tegelijk bezig. We moeten gaan kiezen waar we ons de komende tijd op willen richten. Ja, we hebben het intern goed voor elkaar, maar als we de vergeten de blik naar buiten te richten, stagneren we onze ontwikkeling. Ik hoop dat we vanuit de huidige leerkringen stappen kunnen zetten naar meer integrale samenwerking, binnen Edu-Ley, maar ook qua wijkgericht werken en kindcentrum ontwikkeling. Niet te snel, in kleine stapjes en vooral door iedereen een stem te geven.