Publicatiedatum: juli 2021
Artikel door: Pim Sigmans
‘We zijn door corona nog kritischer geworden op onze routines’
In gesprek met Pim Sigmans, Teamleider bovenbouw Den Bongerd
Het team van Den Bongerd was goed voorbereid op de scholensluiting. Niet zozeer dat op alle mogelijke vragen al een antwoord klaarlag, maar wel dat er vanuit de directie helder was gemaakt wat er van leraren werd verwacht. Ook was er nagedacht hoe het online lesgeven qua ict ondersteuning en -middelen kon worden ondersteund. De troepen waren geïnstrueerd, het materiaal was beschikbaar, dus dan loopt het vanzelf toch? De werkelijkheid is echter altijd net wat complexer dan de theoretische planning.
We spreken met Pim Sigmans, waarnemend directeur Den Bongerd over de ontwikkelingen rond het thuisonderwijs. Wat waren de ervaringen, welke impact heeft het voor kinderen gehad en wat zijn de geleerde lessen voor het team?
Pro-actief pionieren
Pim: ‘Ten tijde van de eerste lockdown waren we vooral bezig met alles wat we moesten regelen om kinderen mee naar huis te geven. Wat hadden we beschikbaar, wie komt er het meest voor in aanmerking en hoe regelen we de ophaalmomenten? Lessen werden vooral via Google Classroom verzorgd. Het was natuurlijk een compleet nieuwe situatie, dus we wisten geen van allen wat we moesten verwachten. Iedere leraar bepaalde afhankelijk van de eigen inschatting en de werklast of er extra contactmomenten met leerlingen nodig waren. Ondanks het feit dat het soms wat pionieren was, lukte het ons vrij aardig om ieder kind in beeld te houden.’
Meer structuur
‘Waar we in de eerste fase nog vrij lieten hoe iedere leraar het dagprogramma inrichtte, kozen we er bij het begin van dit schooljaar voor om volgens een vast rooster integraal les te geven. Dat betekende dus dat alle groepen op hetzelfde tijdstip dezelfde vakken kregen, uiteraard wel aangepast aan het niveau en de leeftijd. We merkten meteen dat hierdoor de participatie behoorlijk toenam. In de vorige situatie hadden kinderen nog de mogelijkheid om zich te onttrekken en bovendien was het voor ouders zo veel duidelijker wanneer er welke leerstof op het programma stond. We willen heel graag dat ouders hun kinderen begeleiden bij opdrachten als dat helpend is, maar ze hoeven geen eigen opdrachten te gaan bedenken. Ouders hoeven onze rol niet over te nemen. We merkten dat het voor iedereen rust en structuur bracht door duidelijk te maken dat er van 9.00-11.00 uur rekenen op het programma stond.’
Weten wat werkt
‘We zijn nu weer een fase verder in de coronacrisis en hebben geleerd dat ook kinderen besmettelijk kunnen zijn. Op het moment dat ze positief getest zijn, moeten ze thuisblijven. Om het onderwijs toch door te laten gaan, hebben we speciale rode draagtasjes beschikbaar, waarin we materiaal meegeven voor alle basisvakken. Afhankelijk van de thuissituatie kan er ook een chromebook mee naar huis. Ondertussen vertrouwen we erop dat die ook wel weer terugkomen en houden we daar geen administratie voor bij. Met alle ontwikkelingen die we hebben doorgemaakt als team, constateren we dat nu beter weten wat werkt, wat een optimale aanpak is qua didactiek. In het begin wilden we nog wel eens teveel leerstof tegelijk aanbieden of juist te weinig. Ook was het niet altijd gemakkelijk om via het beeldscherm zaken uitgelegd te krijgen. In die gevallen hadden we geregeld dat kinderen de juf na afloop afzonderlijk konden spreken.’
Inzichten
‘Van ouders hoorden we geregeld hoe confronterend het soms was om hun kind in de thuissituatie als leerling te ervaren. Het gedrag van kinderen kan op school afwijken van het gedrag dat ze thuis laten zien. Nu met het online lesgeven werd dit verschil opgeheven en werd duidelijk waarom wij vanuit school wel eens wijzen op de leerhouding. De inzichten die hieruit voorkwamen helpen om aannames aan beide kanten te relativeren. Wat we ook vaker terug hoorden, is dat ouders nog meer erkenden dat wij didactisch expert zijn en dat pedagogisch partnerschap een belangrijke voorwaarde is om de ontwikkeling van kinderen optimaal te ondersteunen.’
Welbevinden en veiligheid
‘Cognitief gezien hebben de meeste kinderen geen noemenswaardige achterstanden opgelopen. Sociaal-emotioneel daarentegen denk ik dat kinderen wel wat krasjes hebben opgelopen. Het gevoel van vanzelfsprekende veiligheid heeft een deuk opgelopen. Dat heeft bij sommige kinderen geleid tot gevoelens van faalangst en verlies aan zelfvertrouwen. Dat zie je bij volwassenen zelfs dus voor kinderen is dat nog ingrijpender omdat zij niet goed kunnen beredeneren wat er allemaal in de wereld gebeurt.
We moeten er rekening mee houden dat het nog wel even kan duren voordat kinderen weer helemaal onbevangen zijn. Het gevoel van onzekerheid heeft ook invloed op schoolprestaties, dus we doen er alles aan om de fijne sfeer en het vertrouwen zo goed mogelijk te versterken. Naast de leraren die alert zijn op signalen, gaat onze veiligheidscoördinator geregeld met kinderen in gesprek over hun welbevinden.’
Duidelijke taal
De communicatie over de impact van de overheidsmaatregelen op onze school heeft Nicole Eijkemans, onze directeur op zich genomen. Een aanspreekpunt betekent ook geen ruis op de lijn. Collectieve informatie deelden we via het algemene deel van het ouderportaal. Daarnaast werd er via de app ook groepsgerichte informatie gedeeld. We hebben er nadrukkelijk voor gekozen om via het ouderportaal alleen te informeren en geen gesprekken te faciliteren. Als iemand behoefte had aan overleg kon dat binnen de redelijkheid via mail of beeldbellen. Ouders informeerden elkaar bovendien via eigen whatsapp groepen. Waar de ene ouder thuisonderwijs met moeite wist te combineren met andere verplichtingen kregen we ook vragen van ouders om extra oefenmateriaal.
Insteek van ons is altijd geweest dat we het samen doen. Om verschillende redenen konden kinderen wel eens later inloggen. Daar zijn we flexibel mee omgegaan. Uitgangspunt was ook dat we periodiek evalueerden hoe het ging. Zolang het onderwijs het gewenste effect had, hoefden we niets aan te passen.
Meedoen op afstand
‘Beeldscherm onderwijs heeft als consequentie dat niet alleen de kinderen achter het scherm meekijken, maar ook de ouders en eventuele andere gezinsleden. Dat bleek niet voor alle leraren even prettig. Aan de andere kant heeft de ervaring er wel toe geleid dat we wat gemakkelijker thuisonderwijs inzetten in gevallen dat een kind bijvoorbeeld ziek thuis is of een gebroken been heeft. Het is heerlijk om te zien hoe gemakkelijk kinderen omgaan met een nieuwe situatie. Toen hij de laptop van een ziek kind in de klas onder zijn arm nam, hoorde ik een jongen zeggen: Ik neem Eline wel mee. Voor kinderen is die virtuele wereld net zo echt als de wereld waarin ze zich fysiek bewegen.’
Waardevolle lessen
‘Door de coronacrisis zien we dat veel zaken onder een vergrootglas zijn komen te liggen. Digitalisering is door thuisonderwijs in een stroomversnelling geraakt. Tegelijkertijd erkennen ouders nog meer de waarde van de persoonlijke interactie die juist op school plaatsvindt. Als ik kijk naar de ontwikkeling van het team, dan zie ik dat we de methode wat vaker durven loslaten en dat de focus verschuift naar het bieden van een rijk leeraanbod. Als we straks de beschikking hebben over de impuls gelden willen we die vooral inzetten voor talentontwikkeling van kinderen. Ieder kind heeft een talent en dat hoeft niet altijd in de schoolse vaardigheden te liggen. Dat kan muziek, techniek of judo zijn. Wat we graag willen is dat kinderen weten waar ze goed in zijn en wat ze kunnen, ook degenen die liever doen dan denken. Wat de afgelopen periode ons vooral geleerd heeft, is dat we niets meer als vanzelfsprekend aannemen. Niets is langer een automatisme. Wat we in het verleden als juist beschouwden, hoeft dat nu niet meer te zijn. We stellen onszelf nu veel vaker de vraag: waarom doen we dit zo? En werkt het op een andere manier misschien beter.’