Publicatiedatum: juli 2021
Artikel door: Tom Snels
‘We zullen kinderen moeten toerusten voor een wereld in verandering’
In gesprek met Tom Snels, leraar groep 6 De Regenboog
Ze zeggen wel eens dat alles vloeibaar wordt onder druk. Dat gaat niet helemaal op voor de situatie van de scholensluiting, maar het heeft wel degelijk geleid tot een boost in creatieve oplossingen en solidariteit. Meer dan ooit was er het besef van gezamenlijk belang. Het team van De Regenboog had al een goede onderlinge verstandhouding. Dat werd door het noodgedwongen improviseren alleen maar versterkt. De uitdagingen hebben zeker iets opgeleverd, maar corona heeft ook een zware impact gehad op de school, vertelt Tom. Het was zwaar voor het team, voor de kinderen en voor de ouders.
Resetten
Aan het begin van dit schooljaar hebben we eerst in kaart gebracht waar elk kind stond, waarbij we vooral aandacht hadden voor het sociaal emotionele welbevinden. Wat kinderen vooral misten was het ‘samen een klas zijn’. Dat maakte dat we vooral wilden werken aan het gevoel van saamhorigheid. Bij de ene groep liep dat als vanzelf, bij de andere groep wat stroever. Door de onrust en onzekerheid en het gemis aan de schoolstructuur waren sommige kinderen wat recalcitranter dan voorheen. In die gevallen vroeg het niet alleen om het versterken van het wij-gevoel maar ook om het opnieuw aanscherpen van regels en afspraken.
Ontzorgen
Ik ben het absoluut niet eens met de opvatting dat kinderen ontwikkelingsachterstanden opgelopen zouden hebben. Het is altijd maar de vraag met wie je dan gaat vergelijken. Het is wel een feit dat de verschillen tussen kinderen zijn uitvergroot. In het ene gezin kregen kinderen ieder dag intensief privéles, in het andere gezin ontbrak ondersteuning en moesten kinderen veel zelf uitzoeken. Wij hebben er bewust voor gekozen dat ouders werden ontzorgd. Om het onderwijs voor zoveel mogelijk kinderen door te laten gaan. Inherent aan die keuze was dat we niet ieder kind afzonderlijk konden bereiken. De situatie vroeg om een gedeelde verantwoordelijkheid van ouders en school. Als ouders niet thuis gaven, konden we daar weinig aan doen.
Bij de les blijven
Waar voor het team vooral de druk lag, was om kinderen tot leren te motiveren. Om ze te prikkelen, instructie te geven en uitnodigende werkvormen aan te reiken binnen de context van het afstandsonderwijs. Dat deed een beroep op zowel de didactische vaardigheden als op de digitale vaardigheden. En die combinatie was voor sommigen van ons zo nu en dan pittig, zeker met een groep van 32 afwachtende gezichtjes op het beeldscherm. Om dat iets te versoepelen hebben we een rooster gemaakt, waarbij de leraar eerst aan de ene groep instructies gaf, terwijl de andere groep zelfstandig kon werken en vice versa. Wat er ook bij kwam, is dat kinderen variatie nodig hebben in opdrachten en dat je natuurlijk ook niet wil dat ze alleen maar stil achter hun laptop blijven zitten. De kunst was dan om voldoende creatieve challenges te vinden om andere zintuigen aan te spreken en ze in beweging te brengen. Een muziek en dansopdracht of een filmquiz.
Roeien met de riemen
Bij sommige opdrachten vroegen we om een foto te maken en die te uploaden naar Google Classroom. Die discipline nam gaandeweg echter steeds meer af. Voor wereldoriëntatie zaten al veel interactieve opdrachten in de software. Daar hebben we alleen onze eigen draai aan gegeven. En bij de oefeningen voor begrijpend lezen, was het voor ons telkens de uitdaging om het betekenisvol te maken, bijvoorbeeld door opdrachten te koppelen aan de actualiteit. Waar we qua techniek tegenaan liepen was dat de verbinding ging haperen als iedereen zijn camera aan had staan. Dat losten we op door kinderen in de chat te laten antwoorden. Voor de leraar was het zo nu dan heel fijn om iemand op ‘mute’ te kunnen zetten. Jammer dat zoiets in de klas niet kan.
Ouder contact
Oudergesprekken online waren uitermate efficiënt, maar ook uitermate weinig persoonlijk. Je mist toch de echte interactie. Ouders kwamen wel eens bij ons om raad. Als de spanningen thuis te groot werden of wanneer een kind de leerstof echt niet snapte en de ouders dat ook niet konden toelichten.
Steunpilaar
Ik was in de ogen van collega’s al een beetje de ict nerd, dat ben ik nu helemaal geworden. Ik heb collega’s op weg geholpen met hardware vragen, om software te installeren en om ze te coachen in het versterken van hun digitaal vaardigheden. Datzelfde heb ik ook voor de nodige ouders gedaan. Ik had er een baan bij zou je kunnen zeggen. Het was veel schakelen en switchen, lange dagen maken. Aan het eind van de middag was mijn batterij wel leeg. Ondanks alle moeilijkheden die we hebben ervaren, kijk ik met trots terug op wat we samen hebben geflikt. Het was het allemaal waard. We hebben veel kinderen weten te ondersteunen in hun ontwikkeling en ouders zijn heel erg te spreken over de manier waarop we het hebben aangepakt.
Meer veerkracht
Als ik nu naar de kinderen in mijn groep kijk, zie ik dat ze zelfstandiger zijn geworden en digitaal vaardiger. Maar ze kunnen ook beter doorzetten, ze hebben geleerd om zaken te verduren, om met tegenslag om te gaan en dat zijn lessen waar ze hun hele leven plezier van hebben. Sommige kinderen waren echt bang, maar wisten tegelijk dat ze er niet alleen voor stonden. Ik zie dat kinderen nog bewuster zijn van wat er in de wereld speelt. Dat we daar allemaal deel van uitmaken en onze plaats in moeten vinden. In een wereld die continu verandert, is het belangrijk dat je weerbaar bent, kritisch blijft nadenken en dat je met elkaar creatieve oplossingen bedenkt die jezelf en anderen vooruit helpen. Ik denk dat deze generatie kinderen hierin een voorsprong hebben.
Vertrouwen versterken
Natuurlijk kunnen niet alle kinderen het zonder hulp. We zijn extra alert als we signalen opvangen, die om actie vragen, zoals een slachtoffer houding, continu de grenzen opzoeken, zwartdenken of wanneer kinderen zich onttrekken aan samen spelen. Dan is het zaak om in veiligheid het gesprek aan te gaan en vertrouwen te geven. Wat helpt zijn de coöperatieve werkvormen, die we gebruiken en de kanjertraining die we aanbieden. Is er meer nodig, dan is er altijd nog de intern begeleider, het maatschappelijk werk of de consulent van Plein013.
Thuis in de wereld
Voor het beleid van de school denk ik dat we nog meer moeten inzetten op 21e eeuwse vaardigheden. Ook het leerstof jaarklassensysteem mag wat mij betreft eens op de helling. Waar het om gaat is dat we kinderen op de meest uiteenlopende manieren uitdagen tot leren en ontwikkelen. De wereld komt de school in. Dat hebben we wel gezien het afgelopen jaar.